Dienst van zondag 26 april 2020

Vandaag was een intieme dienst. Het uitbundige van het begin van de Paastijd was minder op de voorgrond en er was een stillere kwaliteit aanwezig die gevoed werd door de evangelieinhoud van Johannes 10: Ik ben de Deur, Ik Ben de Goede Herder.

Tijdens de dienst kwam er bij mij iets tussendoor. Ken je dat ook? Er kan werkelijk van alles tussendoor mee de dienst in. Het was een herinneringsbeeld aan een schaapskooi ergens op een heide, in Drenthe geloof ik, maar dat weet ik niet helemaal zeker waar dat was. Het was overdag. Je kon door een kleine opening de schaapskooi binnenkijken. Die was groot en er waren veel schapen binnen. Het dak was ruw met riet gedekt. Je zag er overal kleine openingen die schitterden als sterretjes. Dus buiten de daghemel en binnen een soort kleine afbeelding van de nachthemel met sterren als gaatjes door het donker naar een groot licht.

“Een beeld voor het aards bewustzijn van de fysiek geïncarneerde mens”, dacht ik. Tja, dat dacht ik dus. maar dat dat zo chiq klinkt is alleen maar omdat je het in woorden moet opschrijven, ik zou het veel simpeler willen zeggen maar dan komt dit bericht niet meer voor morgenochtend af. Dus dan maar zo.  Terug naar het beeld. Dat bewustzijn is de spiegel van een veel grotere werkelijkheid, en de deur is de poort ernaar toe en de goede herder leidt je naar buiten maar ook naar binnen. Dan loop je niet verloren rond, en je binnenwereld is ook niet afgesneden van de grote wereld maar je hebt een zinvolle plaats in het geheel en jouw bewustzijn doet er echt toe.

Het was maar een moment tijdens de dienst. Dit soort dingen verlopen niet in klokkentijd en het opschrijven ervan duurt al zoveel langer dan de belevenis zelf, die is eigenlijk als in een flits. Maar ik wilde die toch graag delen, omdat het beeld praatte met de evangeliebeelden, en deze blogberichten toch pogingen zijn om via een verhaaltje op het web met elkaar in contact te blijven. Ik mis jullie ook echt wel hoor!

Zoals gezegd: de dienst was intiem van karakter, terwijl die dat uiterlijk natuurlijk sowieso was, zo zonder fysiek aanwezige gemeente, maar dit was dus vandaag ook intiem aan de binnenkant. In die intimiteit: het besef van de met Christus verbondenen, en dat die echt heel erg wezenlijk zijn, en dat dat voor de wereld van Christus genoeg is, om het in de woorden van ons credo te zeggen: gemeenschappen waarvan de leden de Christus in zich voelen mogen zich verenigd voelen in éen kerk, één ecclesia. Verbasterd Grieks voor de “beroepenen”  en het begrip wordt meteen daarna uitgewerkt: …..waartoe allen behoren die de heilbrengende macht van de Christus ervaren . In het Duits: twee keer  fühlen  en het Nederlandse ervaren aan het eind is in het Duits  empfinden, wat ook een soort voelen is maar ervaren is ook wel erg mooi, het verwijst bijvoorbeeld naar de ervaringsdeskundige, een begrip dat geloof ik bij de oprichting van De Christengemeenschap nog niet eens bestond.

Ervaringsdeskundigen dus. Nou, die worden tegenwoordig op hun waarde geschat.

Van daaruit een uitstapje, beste ervaringsdeskundigen: dit raakte mij in het evangelie van vandaag op een andere manier dan in andere jaren, die woorden: en ik heb ook schapen die niet uit deze hof zijn en ook hen heeft mijn Ik te leiden………..

We kunnen het evangelie lezen en ingaan en uitgaan en weide vinden en dat voelen en dat moge ons gebed zijn voor de wereld en voor allen die niet uit deze hof zijn. Er is wildheid en verschrikkelijkheid en ontreddering volop. De ordenende en leven ( weide) brengende krachten in de ziel zijn er echter ook. Ze zijn aanwezig ook als ze niet gekend, overschreeuwd, ontkend of door angst of wat dan ook ongrijpbaar blijven.

Je kunt ze er niet van buiten af in-evangeliseren, ja dat zou je wel willen, maar dat gaat niet hè?, maar je kunt wel bidden voor de wereld en voelen dat Christus dat doet, dat Christus de hele tijd bidt voor de wereld, het is dus zijn eeuwigdurende gebed en je stemt er mee in, en zeg niet dat dat machteloos is, ja dat lijkt het soms wel, en het is het eigenlijk ook maar dat lijkt liefde toch altijd, liefde is iets anders dan macht en in werkelijkheid is het toch de sterkste kracht, de almacht van God is dus Gods liefde, er is niet sterkers dan dat en tegelijk is het ook machteloos maar het is wel liefde en die kracht meebidden is in de kracht van Christus bidden. En daarom bidden dat mensen de Christus in zich ontdekken, en in anderen.

Die kracht leidt ons en de mensen om ons heen uiteindelijk er doorheen. Er midden doorheen. Geen gesus, geen magische oplossingen, geen domme ontkenning, geen wensdenken, geen gemarchandeer, geen uitstel, niet treuzelen, niet haasten,  niet doldriest, niet laf, vul maar in wat je aan begrippen en eigenschappen te binnen schiet die deze middenkwaliteit omlijsten, het zijn er nogal wat .

En dan kom je uit bij die naam van Parcival:  gewoon er midden doorheen, en door medelijden wijs, dat laatste probeert Boedhha ons al te leren, wel een hele heisa trouwens , maar volgens Boedhha kunnen we dat ook leren.

Mijn overbuurvrouw heeft haar demente man in een verpleeghuis. Ze heeft hem al vijf weken niet gezien, want dat mag niet. De man snapt er helemaal niks van. Het enige lichtpuntje is dat hij geen besef van tijd meer heeft en dus niet weet dat het al vijf weken zijn. Roepen dat de Heer met hem is (ze zijn allebei trouwens ook christelijk) helpt niet echt hè? Herkenbaar? Hebben jullie ook van dit soort belevenissen? Je bewustzijn doet ertoe, ook als het zeer doet…..

Hartelijke groet van Nina